top of page

 

Een kleine indiaan is ook een indiaan.

 

Een indiaan betreedt het veld. Hij voelt zich in verbinding met al wat is terwijl hij stevig en fier staat. Armen voor de borst gevouwen. Ugh!
 
Tenminste.... zo voelt hij zich als hij stil mag blijven staan, want wanneer hij wil gaan
bewegen blijkt dat hij zijn verbinding verliest. De verbinding met zijn kracht,
zijn Zijn, ja zelfs zijn bestaansrecht verandert in iets wat nog wel geweten wordt,
maar niet meer ervaren.
 
Kleine Indiaan groeide op in een dorp waar  midden op het dorpsplein een beeld staat
van Opperhoofd Buigmijnhoofnie. Opperhoofd Buigmijnhoofnie stond bekend als een
trots en fier opperhoofd die zijn dorp al voor menig aanval van buitenaf had weten
te behoeden. Naast dat de inwoners hem daar dankbaar voor waren, vreesden zij ook
zijn kracht en een ieder probeerde naar zijn voorbeeld te leven.
 
Zo ook Kleine Indiaan.
Elke dag oefende hij zich in de houding van Opperhoofd Buigmijnhoofnie en begon steeds meer te voelen dat wanneer hij zo stond, hij zich stevig en standvastig voelde. Hij was daar goed in geworden en er waren steeds meer dorpsbewoners die hem bewonderden om zijn doorzettingsvermogen zo te staan als Opperhoofd Buigmijnhoofnie.
 
Maar Kleine Indiaan voelde zich tegelijkertijd trots en verdrietig bij die bewonderende blikken, want terwijl hij daar stevig en krachtig stond, speelden er kinderen om hem heen. Lachend en huilend. Vallend en opstaand. Bewegend.
 
Een klein indianenmeisje had een tijdje naar hem staan kijken, terwijl ze een traan volgde die over zijn verder onbewogen gezicht gleed. Een traan die hij het liefst had weggeveegd als hij zich had durven bewegen.
 
Maar dat was het hem juist. Wanneer hij zich bewoog en gewoon door de straten liep, gewoon naar school ging en gewoon Kleine Indiaan was, zag niemand hem, herkende niemand hem en werd hij niet meer bewonderd. Hij kon dan niet meer voelen dat hij er was en wie hij was.
 
Het kleine indianenmeisje liep naar hem toe en pakte de hand van Kleine Indiaan om hem mee te nemen en te gaan spelen. Eigenlijk had hij hem weg willen trekken, maar hij was vreselijk bang dat hij zich weer Niemand zou voelen wanneer hij zou gaan bewegen. Het kleine indianenmeisje voelde dit haarfijn aan.
Zij boog zich naar het oor toe van Kleine Indiaan om er vervolgens zachtjes een geheimpje in te fluisteren...
 
"Papa heeft gezegd dat wanneer Opperhoofd Buigmijnhoofnie niet van steen zou zijn geweest, hij ook het allerliefste van alles met ons mee had willen spelen en bewegen." 
 
De tranen stroomden over de wangen van Kleine Indiaan bij het horen van deze verlossende ooorden.
Dit had hij niet geweten. Dit waren ze vergeten ook aan hem te vertellen...
bottom of page